top of page
Zoeken
  • ondersteboven

'Baby Driver'

Een fictief verhaal over tinnitus, geschreven door Sander Brouwer


Mijn tinnitus begon nadat ik een film had gekeken waarin de hoofdpersoon tinnitus had. De film heet Baby Driver (2017) en ik raad iedereen af die film te kijken. Baby Driver kan je leven heel vreemd laten worden.


De film gaat over Baby, een jongen die weg wil vluchten uit het criminele circuit waarin hij is beland door een fout in zijn jeugd. Baby luistert voortdurend naar muziek. Om zijn tinnitus te overstemmen, maar ook om de onaangename realiteit waarin hij zich bevindt te vergeten.

Soms heeft Baby geen oordopjes in. De luisteraar krijgt dan de mogelijkheid om mee te luisteren naar wat hij hoort. Onder andere naar zijn tinnitus.

En tijdens die momenten in die film is er iets in mijn hoofd gebeurd dat niet had moeten gebeuren, of is de tinnitus van Baby, triest genoeg ook nog eens een fictief personage, in mijn eigen hoofd geslopen. Ik keek de film op een woensdagmiddag tijdens een sombere kerstvakantie in 2018. De lucht was altijd grijs in die periode, en het regende dagenlang. Ik stond vroeg op, hoewel ik niet precies wist waarom. De dagen waren doelloos. ’s Ochtends las ik De wereld als wil en voorstelling van Schopenhauer, ’s middags keek ik films, en ’s avonds las ik weer verder.

Toen de aftiteling die woensdagmiddag op het scherm verscheen klapte ik mijn laptop dicht en deed ik mijn oordopjes uit. Een sigaret onder het afdak buiten, terwijl ik voor me uit staarde naar het grijs. De piep is toen ten tonele verschenen, maar ik nam hem nog niet serieus, het was een probleem van tijdelijke aard, en nog niet eens zozeer een probleem: er was namelijk geen oplossing voor. Het was er en zou uit zichzelf weer weggaan. De sigaret werd uitgetrapt en ik ging naar binnen. We aten lasagne. Sindsdien lust ik geen lasagne meer.


’s Avonds wilde ik weer gaan lezen. Die ochtend was ik bij het derde deel van De wereld als wil en voorstelling aanbeland, het deel over de esthetica. Ik probeerde te lezen, maar de piep in mijn oor werd heviger bij elke bladzijde die ik omsloeg. Na een halfuur sloeg ik het boek dicht en begon het zweet me echt uit te breken. Wat was er gaande in mijn hoofd? Ik probeerde me te concentreren op de piep. Daardoor leek het alsof de piep nog meer aanwezig was, nog meer ruimte voor zichzelf eiste in mijn hoofd. Ik liet mezelf op bed vallen en schreeuwde terwijl ik een kussen voor mijn hoofd hield.

Nacht. Mijn eerste tinnitusnacht. De stilte veroorzaakte het geluid, of liever: verhevigde het geluid. De piep was er toen al tien uur onafgebroken. [Ken je die angst die een mens soms overvalt als hij de hik heeft, en zichzelf voorstelt dat het nooit over zal gaan? Zo een soort angst was het, maar dan veel intenser. Mijn angst was een voorbode van het feit dat het geluid niet meer weg zou gaan]

De dagen die volgden na mijn eerste nacht met tinnitus sla ik liever over. Die periode wil ik zo snel mogelijk vergeten. Een bekende roman begint met de zin: “Herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil.” Aan dat gezegde hou ik me vast.

Nu leef ik een lawaaierig leven, speel ik lange symfonieën af om de piep te overstemmen en kan ik De Zarathoestra van Strauss uit mijn hoofd citeren, de 4e van Brahms neuriën en ben ik een expert op het gebied van podcasts geworden. Ondanks al die lawaaierigheid merk ik dat de piep met de dag erger wordt. In wezen kan er geen sprake zijn van fysieke pijn, maar zo voelt de piep wel. De onmogelijkheid om de pijn te beschrijven en te delen met iemand verergert de pijn. De onmogelijkheid om de pijn uit te spreken vormt een component die onderdeel is van diezelfde pijn. Ik ben een piepende tijdbom die binnen enkele dagen uit elkaar spat.


20 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page